« De in dit hoofdstuk bedoelde uitkeringen zijn slechts betaalbaar indien de gerechtigde geen beroepsactiviteit uitoefent in de periode tot en met de maand waarin hij de pensioenleeftijd, zoals bedoeld in het vorige lid, bereikt en geen vergoeding geniet wegens ziekte, invaliditeit, onvrijwillige werkloosheid of loopbaanonderbreking met toepassing van een Belgische of buitenlandse wetgeving inzake sociale zekerheid of van een statuut dat van toepassing is op het personeel van een volkenrechtelijke instelling, noch een aanvullende vergoeding toegekend in het kader van een conventioneel brugpensioen».
« Les prestations visées par le présent chapitre ne sont payables que si le bénéficiaire n'exerce pas d'activité professionnelle au cours de la période allant jusqu'au mois où il atteint l'âge de la retraite, tel que prévu à l'alinéa précédent, et s'il ne jouit pas d'une indemnité pour cause de maladie, d'invalidité, de chômage involontaire ou d'interruption de carrière, par application d'une législation de sécurité sociale belge ou étrangère ou d'un statut applicable au personnel d'une institution de droit public international, ni d'une indemnité complémentaire accordée dans le cadre d'une préretraite conventionnelle».