De hoogdringendheid komt eveneens voort uit de aanzienlijke vertraging opgelopen tengevolge van Advies L.25.829/9 van 18 december 1996 van de Raad van State welke van oordeel was dat een voorafgaandelijk advies van de Europese Commissie over het ontwerp van besluit vereist was, vereiste welke niet gegrond is gebleken volgens het advies zelf van de bevoegde diensten van de Commissie.
L'urgence provient également du retard considérable encouru suite au premier Avis L.25.829/9 du 18 décembre 1996 du Conseil d'Etat qui estimait qu'une consultation préalable de la Commission européenne sur le projet d'arrêté était requise, cette exigence s'étant avérée non fondée de l'avis même des services compétents de la Commission.