5. De schatting van het brutoloon dat mensen met een graad zoals bepaald in artikel 1 van het bovengenoemd koninklijk besluit overhouden wanneer ze een beroep doen op het stelsel voorafgaand aan het pensioen hangt af van de graad en varieert tussen 85,88 % voor een bewaarder (laagste weddeschaal) en 81,89 % voor een hoofdpenitentiair assistent (hoogste weddeschaal) die aan het einde van hun weddeschaal staan.
5. L'estimation du salaire brut que les personnes ayant un grade tel que mentionné à l'article 1er de l'arrêté royal précité conservent lorsqu'ils font appel au régime préalable à la pension dépend du grade et varie entre 85,88 % pour un gardien (échelle de traitement la plus basse) et 81,89 % pour un assistant pénitentiaire en chef (échelle de traitement la plus élevée) qui se situent au sommet de leur échelle de traitement.