Mocht het Hof van Justitie de voornoemde beginselen
, met het oog op de horizontale en algemene werking ervan, niet beschouwen als fundamentele beginselen van de Europese Unie, en slechts vaststellen dat een bepaling als artikel 32, leden 5 tot en met 7, van wet nr. 183/10 (zoals uitgelegd door artikel 1, lid 13, van wet nr. 92/12) in
druist tegen de uit richtlijn 1999/70/EG en het Handvest van Nice voortvloeiende verplichtingen, moet dan een onderneming als verweerster met het oog op de rechtstreekse, opwaarts verticale werking van het
...[+++] Unierecht, in het bijzonder van clausule 4 van richtlijn 1999/70/EG en het Handvest van Nice, als overheidsorgaan worden aangemerkt?Si la Cour ne devait pas reconnaître aux principes exposés la valeur de principes fondamentaux du droit de l’Union aux fins
de leur application horizontale généralisée entre parties et, partant, la seule contrariété d’une disposition telle que l’article 32, paragraphes 5 à 7, de la loi no 183/10 (tel qu’interprété par l’article 1er, paragraphe 13, de la loi no 92/12) aux obligations prévues à la directive 1999/70/CE et à la Charte de Nice, une société telle que la défenderesse, dotée des caractéristiques décrites aux points 60 à 66, doit-elle être considérée comme un organisme étatique aux fins de l’application directe verticale ascendan
...[+++]te du droit européen et en particulier de la clause 4 de la directive 1999/70/CE et de la Charte de Nice?