Artikel 11, § 2, van het koninklijk besluit van 21 februari 2002 betreffende de legitimatiekaarten van de politieambtenaren en van de hulpagenten van politie van de federale politie en van de lokale politie op grond waarvan de korpschef of, naar gelang het geval, de directeur of het die
nsthoofd waarvan de houder van de kaart afhangt, de legitimatiekaart van de geschorste, van de van zijn ambt ontheven houd
er of van de houder wiens ambtsuitoefening om enige ande
re statutaire reden gedurende ...[+++] meer dan vijfenveertig dagen onderbroken wordt, kan intrekken, is slechts een tijdelijke maatregel.
L'article 11, § 2, de l'arrêté royal du 21 février 2002 relatif aux cartes de légitimation des fonctionnaires de police et des auxiliaires de police de la police fédérale et de la police locale est uniquement une mesure temporaire. Sur base de cette disposition, le chef de corps ou, le cas échéant, le directeur ou le chef de service dont dépend le titulaire de la carte, peut retirer la carte de légitimation de l'intéressé suspendu ou écarté de ses fonctions, ainsi que du membre du personnel dont les fonctions sont interrompues pour tout autre motif statutaire pendant une période supérieure à quarante-cinq jours.