Onverminderd de rechten van derden, is de notaris, wanneer de in § 1 bedoelde akte verleden is, gehouden, onder voorbehoud van de toepassing van de artikelen 1639 tot 1654 van het Gerechtelijk Wetboek, de bedragen en waarden die hij krachtens
de akte onder zich houdt voor rekening of ten bate van de schuldenaar van de inninginstelling in handen van de inninginstelling van de socialezekerheidsbi
jdragen te storten, uiterlijk de achtste werkdag die volgt op het verlijden van de akte, ten belope v
...[+++]an het bedrag van de schuldvorderingen waarvan hij in kennis werd gesteld in uitvoering van paragraaf 2.
Sans préjudice des droits des tiers, lorsque l'acte visé au § 1 est passé, le notaire est tenu, sous réserve de l'application des articles 1639 à 1654 du Code judiciaire, de verser entre les mains de l'organisme percepteur de cotisations de sécurité sociale, au plus tard le huitième jour ouvrable qui suit la passation de l'acte, les sommes et valeurs qu'il détient en vertu de l'acte pour le compte ou au profit du débiteur de l'organisme percepteur, à concurrence du montant des créances qui lui a été notifié en exécution du paragraphe 2.