I
n zoverre hebben wij de plicht ons in te zetten voor professor Ibrahim, een man die de traditie van Ibn-Khaldoun voortzet. Wij moeten duidelijk maken – en ook dit is iets wat wij als het ware verschuldigd zijn aan de erfenis van Ibn-Khaldoun – dat er geen
twee verschillende definities van mensenrechten zijn, één voor Europa en één voor Egypte, maar dat er sprake is van één gemeenschappelijk mensenrechtenbegrip, een concept dat gemeenschappelijk in een cultureel en historisch perspectief is ontw
ikkeld en dat in de ...[+++]huidige wereld universele geldingskracht zou moeten hebben.
Nous avons donc la responsabilité de prendre la défense du professeur Ibrahim, un homme qui s'inscrit dans la tradition de Ibn-Khaldoun, et nous devons affirmer clairement - ce que nous devons aussi, d'une certaine manière, à l'héritage de Ibn-Khaldoun - qu'il n'y a pas deux conceptions des droits de l'homme, l'une européenne et l'autre égyptienne, mais bien un concept commun, qui a connu un développement culturel et historique commun et qui revendique aujourd'hui une application universelle.