« Art. 19 bis. « Alle natuurlijke person
en die krachtens de huidige bepalingen van artikel 1 van de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten niet moeten voldoen aan de verplichtingen i
nzake vergunning en erkenning omdat de vennootschap waarin zij vennoot zijn, die heeft verkregen, worden geacht die vergunning en erkenning persoonlijk voor 1 jaar verkregen te hebben en uiterlijk tot het verstrijken van de erkenning die hun vennootschap verkregen heeft vóór de inw
...[+++]erkingtreding van deze wet.
« Art. 19 bis. Toutes les personnes physiques qui, en vertu des dispositions actuelles de l'article 1 de la loi du 10 avril 1990 sur les entreprises de gardiennage, les entreprises de sécurité et sur les services internes de gardiennage n'étaient pas soumises à l'obligation d'autorisation et d'agrément, du fait que la société dont elles étaient les associés les avait obtenus, sont considérées comme ayant obtenu l'autorisation et l'agrément à titre individuel pendant un an, mais au plus tard jusqu'à l'échéance de l'agrément obtenu par leur société avant l'entrée en vigueur de la présente loi.