Art. 4. Om de stages na de machtiging tot uitoefening van de geneeskunde te kunnen aanvatten, legt de kandidaat-huisarts het bewijs voor dat hij in een specifieke theoretische opleiding in de huisartsgeneeskunde actief gevolgd heeft die gericht is op het behalen van de doelstellingen, zoals bepaald in bijlage, en die minimaal 8 ECTS-punten (ECTS = Europees systeem voor de overdracht en de accumulatie van studiebelastingpunten) omvat, en met vrucht is geslaagd.
Art. 4. Pour pouvoir débuter les stages après l'habilitation à l'exercice de la médecine, le candidat-médecin généraliste apporte la preuve qu'il a suivi activement et réussi avec fruit un enseignement spécifique théorique en médecine générale, axé sur l'obtention des objectifs finaux tels que définis en annexe, et comprenant au moins 8 crédits ECTS (ECTS = système européen de transfert et d'accumulation de crédits).