G. overwegende dat de toename van het aantal exotische dieren dat als huisdier wordt gehouden kan leiden tot een grotere verspreiding van besmettelijke ziekten naar huisdieren en tegelijkertijd een bedreiging kan vormen voor de volksgezondheid, de diergezondheid en het dierenwelzijn; overwegende dat exotische dieren of planten kunnen ontsnappen of zich kunnen verspreiden als invasieve uitheemse soorten, waardoor inheemse soorten en habitats worden bedreigd en enorme sociaal-economische schade wordt aangericht;
G. considérant que le nombre croissant d'animaux exotiques servant d'animaux de compagnie peut se traduire par une transmission accrue de maladies contagieuses aux animaux domestiques et, parallèlement, avoir une incidence négative sur la santé publique, la santé animale et le bien-être animal; que les plantes ou animaux exotiques peuvent échapper au contrôle et se propager en tant qu'espèces exotiques envahissantes, ce qui menacerait les espèces autochtones et les habitats locaux, et entraînerait de graves effets socio-économiques;