Artikel 274, 1º, preciseert het « vermoeden van huishouden ». Dat houdt in dat men vermoedt dat twee (of meer) personen een huishouden vormen wanneer zij eenzelfde domicilie hebben, en dat ze daarentegen geen huishouden vormen wanneer ze een verschillend domicilie hebben, wat niet altijd klopt.
L'article 274, 1º précise la présomption de « ménage » : (c'est-à-dire : on présume que deux personnes (ou plus) forment un ménage quand elles ont le même domicile, et qu'elles ne forment pas de ménage quand elles n'ont pas le même domicile, ce qui n'est pas toujours correct).