Artikel 18, § 2, bepaalt dat woningen als leegstaand worden beschouwd als ze gedurende een periode van minstens twaalf opeenvolgende maanden niet zijn ingericht met de huisraad die vereist is voor hun bestemming of als er gedurende eenzelfde periode niet een minimaal water- of elektriciteitsverbruik werd vastgesteld, behalve indien de eigenaar of de houder van een zakelijk recht daarvoor een verantwoording kan geven, gesteund op zijn toestand of op die van de huurder.
L'article 18, § 2, dispose que les logements sont présumés inoccupés lorsqu'ils ne sont pas garnis du mobilier indispensable à leur affectation pendant une période d'au moins douze mois consécutifs ou lorsque pendant la même période il n'a pas été constaté de consommation minimale d'eau et d'électricité, sauf si le propriétaire ou le titulaire d'un droit réel peut justifier cet état de choses par sa situation ou celle de son locataire.