7. veroordeelt het feit dat IHH kinderen heeft meegenomen in het konvooi, hoewel bekend was dat de geplande actie zou kunnen uitlopen op een gewelddadige botsing waardoor onschuldigen in levensgevaar konden worden gebracht; betreurt dat Hamas na het voorval hulpgoederen heeft geweigerd die door Israël vanaf de schepen van het konvooi waren vervoerd en die aan de bewoners van Gaza hadden moeten worden uitgedeeld;
7. condamne la présence d'enfants à bord de la flottille, décidée par l'IHH, sachant que l'action planifiée pouvait déboucher sur une confrontation violente mettant en péril des vies innocentes; déplore le fait que le Hamas, après l'incident avec Israël, a refusé l'aide transportée par les navires de la flottille, qui devait être distribuée aux habitants de Gaza;