Uit de informatie die de Commissie heeft verzameld bij de opstelling van het binnenkort aan te nemen verslag over de uitvoering van het kaderbesluit van de Raad van 26 juni 2001 inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van opbrengsten van misdrijven [72], blijkt dat het merendeel van de lidstaten zich houdt aan artikel 1, onder (a) van het kaderbesluit, op grond waarvan er geen voorbehoud mag worden gemaakt bij artikel 2 van het voornoemde verdrag.
Des informations réunies par la Commission dans le cadre de l'élaboration du rapport sur la mise en oeuvre de la Décision-cadre du Conseil du 26 juin 2001 concernant le blanchiment d'argent, l'identification, le dépistage, le gel ou la saisie et la confiscation des instruments et des produits du crime [72] qui devrait être adopté prochainement, il résulte que une grande majorité des États membres se conforme à l'article premier (a) de la décision de cadre, qui interdit les réserves concernant l'article 2 de la convention mentionnée.