Het eerste middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 8, 10 en 11 van de Grondwet, doordat de bestreden wet een wet zou zijn in de zin van artikel 8 van de Grondwet en zij het onmogelijk zou maken voor werknemers die zich niet willen bekennen tot de christendemocratische, liberale of socialistische strekking, om als kandidaat aan de sociale verkiezingen deel te nemen en aldus hun passief kiesrecht uit te oefenen, en doordat aan een categorie van werknemers, zoals die uit de bouwsector, op grond van artikel 78 van de bestreden wet, zelfs de mogelijkheid zou worden ontnomen om hun actief kiesrecht uit te oefenen.
Le premier moyen est pris de la violation des articles 8, 10 et 11 de la Constitution, en ce que la loi attaquée serait une loi au sens de l'article 8 de la Constitution et qu'elle empêcherait les travailleurs qui ne veulent pas se réclamer de la tendance démocrate chrétienne, libérale ou socialiste de participer aux élections sociales en tant que candidats et d'exercer ainsi leur droit électoral passif et en ce qu'une catégorie de travailleurs, tels que ceux du secteur de la construction, se verraient même privés, sur la base de l'article 78 de la loi attaquée, de la possibilité d'exercer leur droit électoral actif.