2. Bij de lidstaten van de Europese Unie wordt erop aangedrongen een Europees platform op te richten, bestaand uit vertegenwoordigers van de nationale organisaties, die de bevoegdheid hebben de naleving van de grond- en burgerrechten door de lidstaten te bewaken en te controleren in hoeverre de nationale wettelijke voorschriften o
p het gebied van de inlichtingendiensten stroken met de regeling van het EVRM en het handvest van de grondrechten van de EU. Dit platform moet ook verantwoordelijk zijn voor de controle op de wettelijke regelingen ter garantie van het brief- en telefoongeheim. Bovendien
...[+++]moet de lidstaten een aanbeveling inzake de opstelling van een gedragscode worden voorgelegd, waarin de bescherming van het privé-leven, zoals die in artikel 7 van het Europese Handvest van grondrechten is gedefinieerd, integraal gewaarborgd wordt aan alle Europese burgers op het grondgebied van de lidstaten. Bovendien moet worden gegarandeerd dat de inlichtingendiensten opereren onder eerbiediging van de fundamentele rechten, en dat hun optreden in overeenstemming is met de in hoofdstuk 8 (en met name punt 8.3.4) van het verslag uit artikel 8 van het EVRM afgeleide voorwaarden.2. les États membres de l'Union européenne sont invités à mettre en place une plateforme européenne composée de représentants des organismes nationaux chargés de contrôler le bilan des États membres en matière de droits fondamentaux et de droits des citoyens afin de vérifier si les dispositions nationales régissant les services de renseignement sont compatibles avec la CEDH et avec la charte des droits fondamentaux de l'UE, plateforme qui serait également appelée à examiner les dispositions relatives à la garantie du secret de la correspondance et des communications. De plus, les États membres devraient se voir soumettre une recommandation relative à l'élaboration d'un code de conduite garantissant la protection de la vie privée, telle qu'e
...[+++]lle est définie à l'article 7 de la Charte européenne des droits fondamentaux, à tous les citoyens européens sur le territoire des États membres et garantissant en outre que les activités des services de renseignements s'effectuent dans le respect des droits fondamentaux et, partant, des conditions énoncées au chapitre 8 du rapport, en particulier du point 8.3.4, en vertu de l'article 8 de la Convention relative aux droits de l'homme;