Met dat voorstel wilde de regering de ondernemingen een duwtje geven, opdat ze 1,9 procent van hun loonmassa zouden besteden aan de opleiding van hun werknemers, zoals door de EU wordt voorgeschreven.
Cette proposition visait à aider les entreprises à consacrer 1,9 % de leur masse salariale à la formation à leurs salariés qui est, en fait, la norme fixée par l'Europe.