De instellingen zullen die overgangsperiode kunnen aangrijpen om zich aan te passen: sommige instellingen die momenteel voor hun spoedgevallendiensten over een financiering beschikken die hoger ligt dan hun activiteiten rechtvaardigen zullen een deel van dat financieringssurplus houden, terwijl andere instellingen hun “onderfinanciering” verder met financiering uit andere bronnen zullen aanpakken.
Les institutions pourront mettre cette période transitoire à profit pour s'adapter : certains établissements disposant pour l’instant d’un financement pour le service des urgences plus élevé que celui que justifient leurs activités conserveront une partie de ce surplus de financement, alors que d'autres continueront à faire face à leur « sous-financement » via des moyens émanant d'autres sources.