Vertaling van "hun ontwikkelingsniveau wijst " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

landen met een lager ontwikkelingsniveau
pays présentant un moindre degré de développement

ontwikkelingsniveau voor begrijpen
degré de compréhension | degré de l'entendement

ontwikkelingsniveau
niveau de développement

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

13. is ingenomen met de regelmatige publicatie door Eurostat van voortgangsindicatoren voor de tenuitvoerlegging van de Europa 2020-strategie; vindt desalniettemin dat de gegevens op NUTS II- en NUTS III-niveau meer en nauwkeurigere regionale details zouden moeten bevatten, hetgeen steeds belangrijker gaat zijn ten gevolg van onvoorziene economische en sociale problemen in verschillende regio's van de EU, ongeacht hun ontwikkelingsniveau; wijst daarnaast op de drie dimensies van het cohesiebeleid - de economische, de sociale en de territoriale - en is dit verband van oordeel dat niet alleen naar economische indicatoren moet worden gekeken; roept de Commissie en de lidstaten in dit verband op de dialoog over en het werk aan de gezamenlijke ontwikkeling van een inclusiever pakket indicatoren ter aanvulling van het bbp voort te zetten, om deze relevanter te maken voor het beoordelen van de vorderingen in de richting van het verwezenlijken van de voornaamste doelstellingen van de Europa 2020-strategie;
13. se félicite de la publication régulière par Eurostat d'indicateurs de progrès en ce qui concerne la mise en œuvre de la stratégie Europe 2020; demande, cependant, des détails plus nombreux et plus précis à l'échelon régional en ce qui concerne les données fournies au niveau NUTS II et NUTS III, ce qui sera de plus en plus important compte tenu des difficultés économiques et sociales imprévisibles qui frappent diverses régions européennes quel que soit leur niveau de développement; souligne, en outre, les trois dimensions de la politique de cohésion - économique, sociale et territoriale - et considère, par conséquent, qu'elle ne se mesure pas uniquement sur la base d'indicateurs économiques; demande, dans ce contexte, à la Commission et aux États membres de continuer la discussion et de s'engager dans une coopération plus efficace sur le développement d'un ensemble plus inclusif d'indicateurs pour compléter le PIB, afin qu'ils soient plus pertinents pour l'évaluation des progrès accomplis pour atteindre les objectifs prioritaires de la stratégie Europe 2020;

20. onderstreept dat het cohesiebeleid zich vanouds weliswaar toespitst op de minst welvarende gebieden, maar dat het alle Europese regio's raakt, ongeacht hun ontwikkelingsniveau; wijst er daarom op dat de nagestreefde regionale concurrentiekracht en werkgelegenheid moeten worden aangemoedigd; herhaalt dat een sterk, goed gefinancierd cohesiebeleid dat beschikt over in absolute en relatieve zin ten minste evenveel kredieten als op dit moment, een voorwaarde is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de EU 2020-strategie om een slimme, duurzame en inclusieve economie te waarborgen waardoor de EU op wereldniveau concurrentiekrachtig wordt, en om ervoor te zorgen dat alle regio's zich harmonieus ontwikkelen door de nagestreefde sociale, economische en territoriale cohesie te bewerkstelligen;
20. rappelle que, bien que la politique de cohésion se concentre traditionnellement sur les régions les moins prospères, elle s'adresse à l'ensemble des régions de l'Union, quel que soit leur niveau de développement; insiste donc sur la nécessité d'encourager l'objectif «compétitivité régionale et emploi»; estime que l'existence d'une politique de cohésion forte, correctement financée, avec un budget au moins équivalent au budget actuel tant en termes absolus que relatifs, constitue une condition indispensable pour réaliser les objectifs de la stratégie Europe 2020, de façon à garantir une économie intelligente, durable et inclusive, à renforcer la compétitivité de l'Union au niveau mondial et à assurer un développement harmonieux de l'ensemble des régions, afin de réaliser l'objectif de cohésion sociale, économique et territoriale;

20. onderstreept dat het cohesiebeleid zich vanouds weliswaar toespitst op de minst welvarende gebieden, maar dat het alle Europese regio’s raakt, ongeacht hun ontwikkelingsniveau; wijst er daarom op dat de nagestreefde regionale concurrentiekracht en werkgelegenheid moeten worden aangemoedigd; herhaalt dat een sterk, goed gefinancierd cohesiebeleid dat beschikt over in absolute en relatieve zin ten minste evenveel kredieten als op dit moment, een voorwaarde is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de EU 2020-strategie om een slimme, duurzame en inclusieve economie te waarborgen waardoor de EU op wereldniveau concurrentiekrachtig wordt, en om ervoor te zorgen dat alle regio’s zich harmonieus ontwikkelen door de nagestreefde sociale, economische en territoriale cohesie te bewerkstelligen;
20. rappelle que, bien que la politique de cohésion se concentre traditionnellement sur les régions les moins prospères, elle s'adresse à l'ensemble des régions de l'Union, quel que soit leur niveau de développement; insiste donc sur la nécessité d'encourager l'objectif "compétitivité régionale et emploi"; estime que l'existence d'une politique de cohésion forte, correctement financée, avec un budget au moins équivalent au budget actuel tant en termes absolus que relatifs, constitue une condition indispensable pour réaliser les objectifs de la stratégie Europe 2020, de façon à garantir une économie intelligente, durable et inclusive, à renforcer la compétitivité de l'Union au niveau mondial et à assurer un développement harmonieux de l'ensemble des régions, afin de réaliser l'objectif de cohésion sociale, économique et territoriale;

7. wijst erop dat het uiteenlopende ontwikkelingsniveau van de 27 lidstaten in aanmerking moet worden genomen bij de spreiding van de kosten van aanpassing aan de klimaatverandering, en wel zodanig dat dit geen belemmering vormt voor het cohesiebeleid en de geleidelijke nivellering van de levensstandaard in de lidstaten; herinnert eraan dat sommige lidstaten hun verplichtingen om de CO2-emissies te verminderen overeenkomstig het Kyoto-protocol reeds zijn nagekomen; herinnert er tevens aan dat de kosten van aanpassing aan een groenere economie van lidstaat tot lidstaat zullen verschillen naar gelang van hun ontwikkelingspeil en hun energiebronnen, en dringt daarom aan op steun voor onderzoek en onderwikkeling in de lidstaten die bij het streven naar een groenere economie met aanzienlijke kosten worden geconfronteerd; wijst erop dat de verplichtingen die de ontwikkelde en zich in ontwikkeling bevindende landen aangaan, het vermogen van ieder land om bij te dragen tot emissiebeperking accuraat zouden moeten weerspiegelen;
7. souligne que les différences de niveau de développement entre les 27 États membres doivent être prises en compte pour répartir les coûts de l'adaptation au changement climatique d'une façon qui n'entrave pas la politique de cohésion et le rapprochement progressif des niveaux de vie entre les États membres; rappelle que certains États membres ont déjà rempli leurs obligations de réduire les émissions de dioxyde de carbone aux termes du protocole de Kyoto; rappelle que le coût de l'adaptation à une économie plus écologique variera entre les États membres en fonction de leur niveau de développement et de leurs sources d'énergie et demande donc de soutenir la recherche et le développement dans les États membres qui sont confrontés à des coûts considérables pour s'adapter à une économie plus écologique; fait valoir que l'équilibre des engagements pris par les pays développés et en développement doit refléter équitablement la capacité de chaque pays à contribuer aux réductions des émissions;