§ 1. Voor de tenuitvoerlegging van de aanbevelingen van de Bank die tot hun bevoegdheidsdomein behoren, kunnen de nationale autoriteiten gebruik maken van alle instrumenten, beslissingsbevoegdheden, reglementaire en andere bevoegdheden waarin voorzien is door of krachtens de wetgevingen en/of decreten die hun statuut en hun opdrachten regelen.
§ 1 . Dans la mise en oeuvre des recommandations de la Banque qui ressortissent à leur domaine de compétences, les autorités nationales peuvent utiliser tous les instruments, pouvoirs de décision, pouvoirs réglementaires et prérogatives prévus par ou en vertu des législations et/ou décrets qui régissent leur statut et leurs missions.