Het door de verzoekende partijen aangevoerde risico op een moeilijk te herstellen ernstig nadeel wordt gelijkgesteld met een vorm van beroepsverbod, op zijn minst voor een autonome psychotherapeutische praktijk : bij ontstentenis van enige overgangsmaatregel die hun, in voorkomend geval en met inachtneming van bepaalde voorwaarden, de mogelijkheid zou bieden om vanaf 1 september 2016 hun activiteiten voort te zetten, berokkent dat verbod hun rechtstreeks een nadeel dat niet kan worden hersteld door een eventuele vernietiging van het bestreden artikel 11.
Le risque de préjudice grave difficilement réparable invoqué par les parties requérantes s'assimile à une forme d'interdiction professionnelle, tout au moins pour une pratique autonome de la psychothérapie : en l'absence de toute mesure transitoire qui leur permettrait, le cas échéant et dans le respect de certaines conditions, de poursuivre leurs activités à partir du 1 septembre 2016, cette interdiction leur cause directement un préjudice qui n'est pas susceptible d'être réparé par une éventuelle annulation de l'article 11 attaqué.