Dientengevolge hebben de Staten die Partij zijn niet alleen het recht afstand te doen van de voorrechten en immuniteiten van hun vertegenwoordigers, maar zijn zij hiertoe verplicht in de gevallen waarin deze voorrechten en immuniteiten, naar het oordeel van die Staten, de rechtsgang zouden belemmeren en waarin hiervan afstand kan worden gedaan zonder afbreuk te doen aan het doel waarvoor zij zijn toegekend.
Par conséquent, les États Parties ont non seulement le droit mais l'obligation de lever les privilèges et immunités dé leurs représentants dans tous les cas où, de l'avis de ces États, ces privilèges et immunités entraveraient la marche de la justice et peuvent être levés sans nuire aux fins pour lesquelles ils ont été accordés.