Aangezien de aftrek voor enige en eigen woning zoals hiervoor toegelicht enkel kan worden toegestaan aan de belastingplichtige die in aanmerking komt voor de toepassing van artikel 12, § 3, WIB 92, moet, in de huidige stand van wetgeving, worden besloten dat de interesten en de kapitaalsaflossingen van een hypothecaire lening die specifiek is gesloten voor het verwerven of het behouden van de naakte eigendom van een onroerend goed niet in aanmerking kunnen komen voor de in artikel 104, 9°, WIB 92 bedoelde aftrek voor enige en eigen woning.
Etant donné que la déduction pour habitation propre et unique ne peut, comme précisé ci-avant, être accordée qu'au contribuable qui entre en considération pour l'application de l'article 12, § 3, CIR 92, on peut conclure que, dans l'état actuel de la législation, les intérêts et les amortissements en capital d'un emprunt hypothécaire spécifiquement contracte en vue de l'acquisition ou de la conservation de la nue-propriété d'un bien immobilier, ne peuvent pas entrer en considération pour la déduction pour habitation propre et unique visée à l'article 104, 9°, CIR 92.