Uit die elementen volgt dat het gebruik van een identiek mechanisme van inkomensmatiging voor die drie categorieën van personen dan ook ondenkbaar is; in het bijzonder wat het te dezen in het geding zijnde verschil in behandeling betreft, blijkt het niet onredelijk dat de wetgever de zelfstandigen van wie de inkomsten niet het gemiddeld minimummaandinkomen bereiken aan de in het geding zijnde bijdrage onderwerpt, terwijl, in dat geval, een soortgelijke inspanning van loonmatiging niet wordt gevraagd aan de werknemers en aan de ambtenaren.
Il résulte de ces éléments que l'utilisation d'un mécanisme de modération des revenus identique pour ces trois catégories de personnes n'est dès lors pas envisageable; en particulier, s'agissant de la différence de traitement en cause en l'espèce, il n'apparaît pas déraisonnable que le législateur soumette à la cotisation en cause les indépendants dont les revenus n'atteignent pas le salaire minimum mensuel moyen, alors même que, dans ce cas, un effort comparable de modération salariale n'est pas demandé aux salariés et aux fonctionnaires.