Onverminderd het bepaalde in artikel 120, is iedere gestelde overheid, ieder openbaar ambtenaar of ambtenaar die in de uitoefening van zijn ambt kennis krijgt van een misdaad of van een wanbedrijf, verplicht daarvan dadelijk bericht te geven aan de procureur des Konings bij de rechtbank binnen wier rechtsgebied die misdaad of dat wanbedrijf is gepleegd of de verdachte kan worden gevonden, en aan die magistraat alle desbetreffende inlichtingen, processen-verbaal en akten te doen toekomen.
Toute autorité constituée, tout fonctionnaire ou officier public, qui, dans l'exercice de ses fonctions, acquiert la connaissance d'un crime ou d'un délit, est tenu d'en donner avis sans retard au procureur du Roi près le tribunal dans le ressort duquel ce crime ou délit a été commis ou dans lequel la personne soupçonnée peut être trouvée, et de transmettre à ce magistrat tous les renseignements, procès-verbaux et actes qui y sont relatifs, sans préjudice des dispositions de l'article 120.