« Art. 6 bis. § 1. Wanneer op verschillende wijzen in een vakklasse of in een graad kan worden benoemd en geen bepaling een bepaalde wijze voorschrijft, kiest de bevoegde minister of de voorzitter van het directiecomité of zijn afgevaardigde, aan wie hij de benoemingsbevoegdheid heeft overgedragen, de wijze van benoeming volgens welke iedere vacant geworden betrekking moet worden verleend.
« Art. 6 bis. § 1. Lorsque la nomination à une classe de métiers ou à un grade peut être faite selon plusieurs modes et qu'aucune disposition n'impose un mode déterminé, le ministre compétent ou le président du comité de direction ou son délégué, auquel il a délégué le pouvoir de nomination, choisit le mode de nomination à suivre pour l'attribution de chaque emploi devenu vacant.