Hoewel het nieuwe artikel 3 van de wet van 15 december 1980 zich beperkt tot de eis dat de middelen van bestaan voldoende zijn voor de duur van het beoogde verblijf e
n voor de terugkeer naar het land van herkomst, is het zo dat de bepaling die voorziet in een verbintenis tot tenlasteneming van de kosten voor een periode van twee jaar, zelfs voor een verblijf van in principe
drie maanden, voor iedereen niet dezelfde mogelijkheden opent om een familielid of een vriend(in) in België te kunnen ontvangen en dit wegens het bijzonder strikte
...[+++] vermogenscriterium.
Alors que le nouvel article 3 de la loi du 15 décembre 1980 se borne, lui, à exiger que les moyens de subsistance soient suffisants pour couvrir la durée du séjour envisagée et le retour dans le pays de provenance, le fait de prévoir un engagement de prise en charge des frais sur une durée de deux ans, même pour un séjour dont la durée est en principe fixée à trois mois, ne laisse pas à chacun, en raison de ce critère de fortune particulièrement rigide, les mêmes possibilités de pouvoir se faire rejoindre par quelqu'un (membre de sa famille, ami(e),..) en Belgique.