De meeste bepalingen van het koninklijk besluit van 8 oktober
1981 die gewijzigd werden door het koninklijk besluit van 12 juni 1998 (nieuwe artikelen 45, § 8, 49, § 5, 51, § 7, 53, § 7, 54, § 5, en 61, § 5, van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981) bepalen dat de totale kostprijs die de gemeente mag vorderen voor de afgifte
van een attest van immatriculatie of een verblijfskaart van een onderdaan van een Lidstaat van de Europese Gemeenschappen of een identiteitskaart voor vreemdelingen niet meer mag bedragen dan de prijs die geh
...[+++]even wordt voor de afgifte van een identiteitskaart aan Belgische onderdanen.
La plupart des dispositions de l'arrêté royal du 8 octobre 1981 modifiées par l'arrêté royal du 12 juin 1998 (articles 45, § 8, 49, § 5, 51, § 7, 53, § 7, 54, § 5, et 61, § 5, nouveaux de l'arrêté royal du 8 octobre 1981) stipulent que les frais réclamés par l'administration communale lors de la délivrance de l'attestation d'immatriculation et de la carte de séjour de ressortissant d'un Etat membre des Communautés européennes ou de la carte d'identité d'étranger ne peuvent dépasser au total les frais réclamés lors de la délivrance d'une carte d'identité à un ressortissant belge.