De KBO maakt immers geen onderscheid tussen horecazaken die gehouden zijn tot het gebruik van het GKS en zij die daartoe niet gehouden zijn ingevolge het al of niet overschrijden van de 10 % drempel, namelijk de verhouding tussen de omzet uit restaurant- en cateringdiensten (geen dranken, geen meeneemmaaltijden) en de totale horecaomzet (alle maaltijden, inclusief meeneem, alle dranken, alle verkopen van voeding en andere horeca-activiteiten) per uitbating.
La BCE n'opère en effet aucune distinction entre les commerces horeca tenus d'utiliser un SCE et ceux qui ne le sont pas en raison du dépassement ou non du seuil de 10 %, à savoir le rapport entre le chiffre d'affaires provenant des services de restaurant et de restauration (hors boissons, hors repas à emporter) et le chiffre d'affaires horeca total (tous les repas, y compris ceux à emporter, toutes les boissons, toutes les ventes de nourriture ainsi que les autres activités horeca) par exploitation.