Het openbaar ministerie staat dus borg voor de inachtneming van artkel 3.1. van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind van 20 november 1989, dat stelt : « bij alle maatregelen betreffende kinderen (...) vormen de belangen van het kind de eerste overweging».
Le ministère public apparaît donc comme étant le garant du respect de l'article 3.1. de la Convention relative aux droits de l'enfant du 20 novembre 1989 qui dispose que, dans toutes les décisions qui concernent les enfants, l'intérêt supérieur de l'enfant doit être une considération primordiale.