Uit het voorgaande volgt dat de wetgever dezelfde doelstellingen heeft nagestreefd met de beide in artikel 40, § 1, 2°, van het WIB 1964 vervatte maatregelen, meer bepaald het bevorderen van de economische expansie door het wegwerken van fiscale hinderpalen bij een inbreng in een vennootschap, in zoverre de inbreng een algemeen economisch nut vertoont.
Il résulte de ce qui précède que le législateur a poursuivi les mêmes objectifs avec les deux mesures contenues à l'article 40, § 1, 2°, du CIR 1964, plus précisément la promotion de l'expansion économique par l'élimination des obstacles fiscaux en cas d'apport à une société, pour autant que l'apport présente un intérêt économique général.