Wanneer een bedrijfsafdeling, een tak van werkzaamheid of een algemeenheid van goederen wordt ingebracht in een intra-Europese vennootschap onder de voorwaarden voor de toepassing van de in artikel 46, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde vrijstelling, of, in geval van een inbreng verricht door een intra-Europese vennootschap, onder de voorwaarden van artikel 231, § 2, of van een gelijkaardige vrijstelling van toepassing in de lidstaat waar de intra-Europese vennootschap is gevestigd, is het door deze inbreng ontstane bedrag aan kapitaalsdotatie gelijk aan de fiscale nettowaarde die de in België aangehouden bestanddelen van deze inbreng hadden bij de inbrenger.
Lorsqu'une branche d'activité ou une universalité de biens est apportée à une société intra-européenne aux conditions d'application de l'exonération visée à l'article 46, § 1, alinéa 1, 2°, ou, dans l'éventualité d'apport effectué par une société intra-européenne, aux conditions de l'article 231, § 2, ou d'une exonération similaire d'application dans l'Etat membre où la société intra-européenne est établie, le montant de la dotation en capital constituée par cet apport est égal à la valeur fiscale nette que les éléments affectés en Belgique de cet apport avaient dans le chef de l'apporteur.