Art. 11. Aan de voorwaarden inzake eerbaarheid is voldaan indien de personen belast met het dagelijks beheer van de spoorwegonderneming en de verantwoordelijken voor de verscheidene exploitatiezetels niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een veroordeling in België, door een in kracht van gewijsde getreden gerechtelijke beslissing, voor een inbreuk bedoeld in Boek II, Titel III, hoofdstuk I tot V, en Titel IX, hoofdstuk I en II van het Strafwetboek, of in het buitenland, voor een gelijkaardige inbreuk.
Art. 11. Il est satisfait à la condition d'honorabilité si les personnes chargées de la gestion journalière de l'entreprise ferroviaire et les responsables des différents sièges d'exploitation n'ont pas fait l'objet d'une condamnation en Belgique, par une décision judiciaire coulée en force de chose jugée, pour une infraction visée au Livre II, Titre III, chapitres I à V, et Titre IX, chapitres I et II, du Code pénal ou, à l'étranger, pour une infraction de même nature.