Er is inderdaad voor geopteerd om het prudentieel toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening en het sociaal toezicht op de aanvullende pensioenen, inclusief de verzekeringen van de tweede pijler, in eerste instantie niet los te koppelen, en dit toezicht tijdelijk verder door de CBFA te laten uitoefenen.
Le choix a en effet été fait de ne pas dissocier, dans un premier temps, le contrôle prudentiel des institutions de retraite professionnelle et le contrôle social des pensions complémentaires, en ce compris les assurances du deuxième pilier, et d'en laisser temporairement l'exercice à la CBFA.