5. De lidstaten zorgen ervoor dat de termijn waarbinnen verzekerings- en herverzekeringsondernemingen de in artikel 35, leden 1 tot
en met 4, bedoelde informatie jaarlijks of frequenter moeten indienen, gedurende een periode van maximaal vier jaar vanaf 1 januari 2016 elk boekjaar met twee weken wordt verkort
, te beginnen vanaf uiterlijk 20 weken na het einde van het boekjaar van de onderneming wat betreft haar boekjaar dat op of na 30 juni 2016 maar vóór 1 januari 2017 eindigt, tot uiterlijk 14 weken na het einde
...[+++] van het boekjaar van de onderneming wat betreft haar boekjaren die op of na 30 juni 2019 maar vóór 1 januari 2020 eindigen.5. Les États membres veillent à ce que, durant une période n'excédant pas quatre ans à compter du 1er janvier 2016, le délai dans lequel les entreprises d'assurance et de réassurance
doivent livrer les informations visées à l'article 35, paragraphes 1 à 4, selon une périodicité annuelle ou moins fréquente diminue de deux semaines à chaque exercice, à partir d'une date postérieure au maximum de vingt semaines à la clôture de l'exercice de l'entreprise par rapport à son exercice clos au plus tôt le 30 juin 2016 mais avant le 1er janvier 2017, jusqu'à une date postérieure au maximum de quatorze semaines à la clôture de l'exercice de l'entre
...[+++]prise par rapport à ses exercices clos au plus tôt le 30 juin 2019 mais avant le 1er janvier 2020.