Art. 2. Indien de exploitant of zijn aangestelde bij zijn ingangscontrole anomalieën vaststelt betreffende de documenten die op de dieren betrekking hebben of de identificatie van de dieren of hun huid- en vachtcondities of het dierenwelzijn, voert hij daarover een melding in het geïnformatiseerd register in alvorens de dieren voor het ante- mortem-onderzoek aan te bieden.
Art. 2. Si l'exploitant ou son préposé constate lors de son contrôle d'entrée des anomalies relatives aux documents portant sur les animaux ou à l'identification des animaux ou à l'état de leur toison ou au bien-être animal, il introduit une mention y relative dans le registre informatisé avant de présenter les animaux à l'examen ante mortem.