Als gevolg van de bespreking van dit punt wordt door de heer Moens c.s. amendement nr. 154 (Stuk Senaat, nr. 2-709/5) ingediend. Het strekt ertoe het punt 6º aan te vullen met de woorden « en de instellingen die belast zijn met het beheer van de temporalieën van de erkende erediensten, met uitzondering van de erkenning van de erediensten en de wedden en pensioenen van de bedienaren der erediensten ».
À la suite de la discussion de ce point, M. Moens et consorts déposent un amendement nº 154 (Doc. Sénat, nº 2-709/5) visant à ajouter, au point 6, les mots « et les établissements chargés de gestion du temporel des cultes reconnus, à l'exception de la reconnaissance des cultes et des traitements et pensions des ministres des cultes ».