Ingeval oneerlijke handelspraktijken niet worden aangevochten omdat een partij angst heeft dat de contractuele relatie zal worden verbroken, kunnen kaderregelingen ter bestrijding van oneerlijke handelspraktijken aanzienlijk worden versterkt door de zwakkere partij de mogelijkheid te bieden zich te wenden tot een onafhankelijke autoriteit of instantie met handhavingsbevoegdheden en door te waarborgen dat klachten vertrouwelijk zullen worden behandeld.
Dans les cas où les PCD ne sont pas dénoncées en raison du facteur crainte, c'est-à-dire de la peur de perdre la relation contractuelle, il est possible de renforcer considérablement les cadres visant à lutter contre les PCD en offrant la possibilité à la partie plus faible d’avoir recours à une autorité ou un organe indépendants dotés d’un pouvoir de contrainte, ainsi que de protéger la confidentialité du plaignant.