Teneinde zich te schikken naar de argumenten van de Commissie, heeft mijn administratie het toepassingsgebied van voornoemde vrijstelling niet uitgebreid tot andere categorieën van dienstverrichters dan advocaten, wat inderdaad in strijd zou zijn met de bepalingen van artikel 28, 3, b), van de Zesde Richtlijn, maar heeft eenvoudigweg het voordeel van de vrijstelling toegekend aan dienstverrichters die tot dezelfde categorie behoren en waaraan zij, op basis van voornoemde communautaire bepalingen, dit voordeel ab initio had moeten toekennen.
En se rangeant aux arguments de la Commission, mon administration n'a pas élargi le champ d'application de l'exemption précitée à d'autres catégories de prestataires de services que les avocats, ce qui serait effectivement contraire aux dispositions de l'article 28, 3, b), de la Sixième Directive, mais a tout simplement reconnu le bénéficce de l'exemption à des prestataires qui relevaient de la même catégorie et auxquels, sur base des dispositions communautaires précitées, elle aurait dû, ab initio, accorder ce bénéfice.