In een eerste onderdeel voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden bepalingen niet bestaanbaar zijn met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie in zoverre ze zonder objectieve verantwoording aan bepaalde categorieën van personen (broers en zussen, leerlingen die het internaat bezoeken, leerlingen die een taalbadonderwijs genieten, leerlingen uit een geassocieerde instelling en leerlingen waarvan ten minste één van de ouders het geheel of een deel van zijn ambt binnen de inrichting uitoefent) voorrang zouden verlenen bij de toekenning van de beschikbare plaatsen.
Dans une première branche, les parties requérantes font valoir que les dispositions attaquées sont incompatibles avec le principe d'égalité et de non-discrimination en ce que, pour l'octroi de places disponibles, elles donneraient la priorité, sans justification objective, à certaines catégories de personnes (frères et soeurs, élèves fréquentant l'internat, élèves bénéficiant d'un apprentissage en immersion, élèves provenant d'un établissement associé et élèves dont au moins un des parents exerce tout ou partie de sa fonction au sein de l'établissement).