Traduction de «insekt » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

insect [ insekt | veldsprinkhaan | vlinder ]
insecte [ acridien | papillon ]

fytofage insekt
insecte phytophage

schadelijk insekt
insecte nuisible

bestuivend insekt
insecte pollinisateur

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Blauwtong bleef tot dusver beperkt tot gebieden in Zuid-Europa waar het insekt voorkomt dat de ziekte verspreidt.
La fièvre catarrhale était cantonnée jusqu’à cette date aux régions du sud de l’Europe, habitat de l’insecte vecteur de la maladie.

10° vector : insekten van de soort « Culicoïdes imicola » of elk ander insekt behorend tot de culicoïdesachtigen, die de ziekte kunnen overdragen;
10° vecteur : l'insecte de l'espèce « Culicoïdes imicola » ou tout autre insecte du genre culicoïde susceptible de transmettre la maladie;