« Behalve in uitzonderlijke omstandigheden en met uitzondering van de aan de instaatstelling gewijde zittingen waarop alleen de instaatstelling wordt onderzocht, is de persoonlijke verschijning van de partijen vereist op de zitting in kort geding waarop de vorderingen aangaande de voorlopige maatregelen die betrekking hebben op de persoon, op het levensonderhoud en op de goederen van de kinderen worden behandeld.
« Sauf circonstances exceptionnelles, la comparution personnelle des parties est requise à l'audience en référé au cours de laquelle les demandes portant sur les mesures provisoires relatives à la personne, aux aliments et aux biens des enfants sont examinées, à l'exception des audiences de mise en état où seule la mise en état est examinée.