1. De besparingen die uit het sluiten van een stopplaats voortvloeien, zijn het verschil tussen : a) enerzijds de kosten die aan het bedienen van die stopplaats verbonden zijn : - onderhoud en uitrusting van de vaste installaties (perrons, schuilplaatsen, verlichting, enzovoort); - bijkomend energieverbruik en verhoogd onderhoud van het materieel wegens het stoppen en aanzetten; - kosten voor het besturen en begeleiden van de treinen en de afschrijving van het materieel wegens langere rijtijden ingevolge de stilstanden. b) anderzijds het verlies aan ontvangsten, geraamd op 50% van de totale ontvangsten van reizigers bij vertrek en aankomst in die stopplaats.
1. Les économies résultant de la suppression d'un point d'arrêt représentent la différence entre : a) d'une part, les coûts imputables à la desserte de ce point d'arrêt : - entretien et équipement des installations fixes (quais, abris, éclairage, et cetera); - consommation supplémentaire d'énergie et maintenance accrue du matériel, résultant des freinages et démarrages; - frais de conduite et d'accompagnement des trains et amortissement du matériel, correspondant à l'allongement des temps de parcours dû aux arrêts. b) d'autre part, les pertes de recettes estimées à 50% des recettes totales procurées par les voyageurs au départ et à l'arrivée de ce point d'arrêt.