Onverminderd de prioriteitsrechten vastgesteld in artikel 6 van de gecoördineerde wetten van 3 augustus 1919 en 27 mei 1947 geniet elke ambtenaar die in instantie van reaffectatie geplaatst is of in disponibiliteit wegens ontstentenis van betrekking is gesteld een prioriteit voor de bij het B.R.F. vacante betrekkingen. Dit geldt slechts voor zover hij aan de voorwaarden voldoet die vereist zijn om die betrekkingen te bekleden.
Sans préjudice des droits de priorité reconnus par l'article 6 des lois coordonnées des 3 août 1919 et 27 mai 1947, tout agent en instance de réaffectation ou en disponibilité par défaut d'emploi jouit d'une priorité pour les emplois vacants au B.R.F. Ceci ne vaut que s'il réunit les conditions requises pour occuper ces emplois.