2. Uitzonderingen in de zin van artikel 3, leden 5 en 6, mogen alleen worden toegestaan bij terdege gemotiveerde en per geval genomen beslissing, die uitgaat van een rechterlijke instantie of van een andere bevoegde instantie en voor rechterlijke toetsing vatbaar is.
2. Les dérogations temporaires prévues à l'article 3, paragraphes 5 et 6, ne peuvent être autorisées qu'au moyen d'une décision dûment motivée, prise au cas par cas, soit par une autorité judiciaire, soit par une autre autorité compétente à condition que la décision puisse faire l'objet d'un recours judiciaire.