Artikel 6, lid 3, onder c), van het EVRM, artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, artikel 55 van het Statuut van Rome, artikel 18 van het Statuut van het Internationaal Joegoslavië-Tribunaal en andere instrumenten voorzien uitdrukkelijk in het recht van de verdachte kosteloze rechtsbijstand te ontvangen "indien hij niet over voldoende middelen beschikt om deze zelf te bekostigen".
L'article 6, paragraphe 3, point c), de la CEDH, l'article 14 du pacte international relatif aux droits civils et politiques, l'article 55 du statut de Rome et l'article 18 du statut du TPIY, ainsi que d'autres instruments, prévoient expressément, pour toute personne mise en cause, le droit à une assistance en justice gratuite si elle «n'a pas les moyens de rémunérer un défenseur».