6. De lidstaten zorgen ervoor dat hun nationale lid zonder nodeloze vertraging in kennis wordt gesteld van een zaak waarbij ten minste drie lidstaten rechtstreeks betrokken zijn en waarin verzoeken of besluiten inzake justitiële samenwerking, waaronder instrumenten waarmee uitvoering wordt gegeven aan het beginsel van wederzijdse erkenning, aan ten minste twee lidstaten zijn toegezonden; en
6. Les États membres veillent à ce que leur membre national respectif soit informé dans les meilleurs délais de tout dossier concernant directement au moins trois États membres et pour lequel des demandes de coopération judiciaire et des décisions dans ce domaine, relatives notamment à des instruments donnant effet au principe de reconnaissance mutuelle, ont été transmises à au moins deux États membres, et