16. benadrukt dat elke doelstelling met betrekking tot gezondheid, de verwezenlijking van het recht op het hoogst haalbare niveau van gezondheid moet omvatten, met inbegrip van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten; onderstreept dat vrouwen zeggenschap moeten hebben over hun seksuele en reproductieve rechten, met name door gemakkelijke toegang tot anticonceptie en abortus, en wijst erop dat het recht op reproductieve gezondheid een integrerend onderdeel vormt van de mensenrechten; dringt in dit verband met klem aan op de strafbaarstelling van gedwongen sterilisatie;
16. souligne que tout objectif en matière de santé doit englober le respect du droit au meilleur état de santé possible, notamment sur le plan de la santé et des droits sexuels et génésiques; souligne que les femmes doivent avoir le contrôle de leurs droits sexuels et génésiques, notamment par un accès aisé à la contraception et à l'avortement; souligne que le droit à la santé génésique fait partie intégrante des droits de l'homme; dans ce contexte, exige avec force la pénalisation des stérilisations forcées;