1. De partijen erkennen dat de ernstigste misdrijven op het gebied van het internationale humanitaire recht, genocide en andere misdaden tegen de menselijkheid waarmee de internationale gemeenschap wordt geconfronteerd, niet ongestraft mogen blijven en dat deze misdrijven moeten worden vervolgd door op nationaal of internationaal niveau de nodige maatregelen te treffen, inclusief via het internationale strafhof, overeenkomstig de binnenlandse wetgeving van de partijen.
1. Les parties reconnaissent que les crimes les plus graves de portée internationale en violation du droit humanitaire international, le génocide et les autres formes de crime contre l'humanité ne devraient pas rester impunis et que leur répression devrait être assurée en prenant les mesures qui s'imposent à l'échelle nationale ou internationale, notamment par la Cour pénale internationale, en vertu de la législation nationale des parties.