Art. 32. De gevallen waarvoor, bij gebrek aan wederkerigheid ten gunste van de in België gevestigde ondernemingen, een vergunning internationaal vervoer bedoeld in artikel 25 van de wet eveneens vereist is voor de aanhangwagens en voor het vervoer van goederen over de weg verricht voor eigen rekening worden bepaald door de bilaterale of multilaterale akkoorden die België of de Europese Unie hebben gesloten betreffende het vervoer van goederen over de weg.
Art. 32. Les cas où, à défaut de réciprocité en faveur des entreprises établies en Belgique, une licence de transport international visée à l'article 25 de la loi est également exigée pour les remorques et pour le transport de marchandises par route effectué pour compte propre, sont déterminés par les accords bilatéraux ou multilatéraux que la Belgique ou l'Union européenne ont conclus relatifs au transport de marchandises par route.